Een Australian Labradoodle is niet alleen lief van karakter, maar ziet er ook lief uit. Net als voor andere honden heeft een Australian Labradoodle ook specifieke kenmerken en eisen waar ze aan moeten voldoen. Omdat het ras geen erkend hondenras is (niet erkend door Federation Cynologique Internationale), ontstaan er wel eens afwijkingen. Gelukkig komt dit tot op heden nog zelden voor. In dit artikel lees je alles over de uiterlijke kenmerken van de Australian Labradoodle.
De Australian Labradoodle ziet er gezond, levenslustig en sierlijk uit. De vacht valt het meeste op. Deze verhaart niet en verspreidt geen onaangename luchtjes. Dit komt o.a. omdat de Australian Labradoodle geen ondervacht heeft en dit zorgt er voor dat ook mensen met een allergie deze hond prima in huis kunnen nemen.
Verder zijn dit de specifieke kenmerken waar de Australian Labradoodle aan dient te voldoen. Omdat het ras niet erkend is, zijn dit meer richtlijnen dan harde eisen.
Grootte
De Australian Labradoodle is er in 3 formaten. De hoogte wordt gemeten vanaf de plek waarde nek overgaat in de rug tot aan de grond. De 3 formaten zijn:
- Mini: 35 cm – 42 cm
- Medium: 43 cm – 52 cm
- Standaard: 53 cm – 63 cm
Gewicht
Het gewicht varieert van ongeveer 7 kg tot 30 kg.
Ogen
De ogen zijn groot, levendig, lief, vriendelijk en ovaal van vorm. De Australian Labradoodles hebben mooie lange wimpers die je beter niet moet afknippen.
Kop
De kop is breed met welgevormde wenkbrauwen. De ogen staan wat verder uitelkaar en het voorhoofd is korter dan het schedel. Bij mooie Australian Labradoodles is de kop in verhouding tot het lichaam.
Neus
De neus is groot, breed en meer vierkant dan rond. De grote vierkante neus is een echt kenmerk van de Australian Labradoodle. Hij mag niet puntig of smal zijn.
Oren
De aanhechting van de oren begint iets boven de ogen. Ze hangen langs de kop en zijn in verhouding tot de kop van de hond. Let op dat er niet te veel haar in de oren groeien. Qua lengte mogen de oren ook de onderkaak niet passeren.
Mond
Het schaargebit is het beste gebit. De boventanden moeten iets over het ondergebit heen staan. Het tandvlees moet gezond en doorbloed zijn.
Voorpoten
De voorpoten zijn lang in verhouding tot het lichaam. Ze zijn wel gestructureerd, heel sterk en dikke voetzolen (kussentjes). De voeten mogen niet naar buiten of naar binnen wijzen.
Achterpoten
De achterpoten en dijen zijn sterk ontwikkeld, waardoor de Australian Labradoodle hoog kan springen. Soms tot wel 1.8 meter. Verder is een Australian Labradoodle snel, soepel en atletisch. Als je de hond ziet rennen lijkt hij te zweven en de poten zet hij keurig naast elkaar neer.
Staart
De staart begint vrij laag en krult omhoog.