De kennelhoest, vrijwel iedere hondeneigenaar heeft er wel eens van gehoord. Maar veel hondeneigenaren weten niet wat het precies is. Zoals de naam ‘kennelhoest’ al doet vermoeden, is het een ziekte waarbij de hond last heeft van een hoest. De hond is verkouden. Dit komt ook voor bij Labradoodles. In dit artikel leg ik uit wat kennelhoest is, de symptomen en welke behandelingen er zijn.
De aandoening (kennelhoest) is het best te vergelijken met een menselijke verkoudheid, alleen duurt het langer en is het hardnekkiger. En het vervelende aan deze aandoening is dat het heel besmettelijk is en zich gemakkelijk verspreidt onder honden. De kennelhoest is een infectieziekte, waarbij de keel, luchtpijp en bronchiën ontstoken zijn. Je leest er meer hieronder over.
Wat is het?
De kennelhoest is een infectieziekte, waarbij de keel, luchtpijp en bronchiën ontstoken zijn. De ontsteking kan worden veroorzaakt door verschillende virussen en bacteriën waardoor de hond verkouden raakt. De bekendste veroorzakers zijn het Para-influenzavirus, Adenovirus en de Bordetella bronchosepticabacterie. Een hoestende hond verspreidt de ziekte en aangezien honden geen manieren kennen, zoals wij mensen door een hand voor de mond te houden bij hoesten, is deze ziekte zeer besmettelijk.
Vooral op plekken waar veel honden dicht op elkaar zitten, zoals in een pension of in een kennel, verspreidt de ziekte zich snel. Vandaar ook de naam ‘kennelhoest’. Echter kan je hond het ook oplopen als hij met een geïnfecteerde hond in contact komt tijdens het wandelen.
Symptomen kennelhoest
Een hond met kennelhoest heeft vaak last van een gevoelige keel en een kenmerkende hoest. Deze hoest ontstaat als de gevoelige keel geprikkeld wordt. Dit kan een prikkel zijn van buitenaf als de hond een halsband draagt bijvoorbeeld, door trekken aan de riem ontstaat er druk op de keel waardoor de keel meer geïrriteerd wordt. De prikkel kan ook van binnenuit komen, als de hond bijvoorbeeld opgewonden is en blaft, hijgt of snel ademt, dan zal hij sneller gaan hoesten.
Wanneer een hond hoest, en dat gebeurt veel, dan kan dit ertoe leiden dat de hond moet kokhalzen, overgeven of de hond hoest slijm op. Maar er is niet altijd sprake van een hoestende hond bij kennelhoest. Sommige honden hebben last van een snotneus en ontstoken ogen. De meeste honden hebben geen koorts en ze blijven normaal eten en drinken.
Of een hond heel ziek wordt van kennelhoest is afhankelijk van zijn weerstand. In ernstige gevallen kan de infectie leiden tot bronchitis of een longontsteking. Oudere en ziekere honden met een vermindert immuunsysteem lopen risico tot deze gevolgen. Ook kan kennelhoest bij een pup voorkomen, puppy’s hebben een lagere weerstand en kunnen dus flink last hebben van een kennelhoest.
Bij gezonde honden met een goed werkend immuunsysteem zal de kennelhoest over het algemeen niet ernstig zijn en is het te vergelijken met een verkoudheid of griepje bij de mens. In de meeste gevallen gaat het dan vanzelf over als de honden wat rust krijgen en eventueel ondersteuning krijgen met supplementen. Na 10 tot 12 dagen zijn de meeste honden weer opgeknapt.
Hierbij de algemene symptomen van kennelhoest op een rijtje:
- Harde droge hoest
- Hond moet kokhalzen
- Hond hoest slijm op
- Sloomheid
- Koorts
- Slecht eten
De meeste honden laten alleen niet al deze symptomen zien. In de onderstaande video hoor je een typische kennelhoest kuch bij een hond.
Hoe krijgt een hond kennelhoest?
Zoals eerder al benoemd verspreidt de infectie zich door hoesten en blaffen. Maar ook als er sprake is van direct neus- en bekcontact, of de hond die besmet is niest, kan een andere hond besmetten. Of een andere hond dan ook daadwerkelijk geïnfecteerd wordt, hangt af van zijn weerstand en de infectiedruk. Een hond met een lagere weerstand of een oudere hond, heeft meer kans dat een besmetting tot een infectie leidt. Kennelhoest bij een pup zal ook eerder optreden.
Plekken zoals hondenuitlaatveldjes, kennels en pensions hebben een verhoogde infectie druk. Ook honden die milde kennelhoestklachten hebben, kunnen een andere hond besmetten. 3 tot 10 dagen na de besmetting krijgt een hond de verschijnselen die bij kennelhoest horen.
Behandeling van kennelhoest
Bij de meeste honden werkt het voldoende om ze rust te geven in een stressvrije en goed geventileerde omgeving. Rust is heel belangrijk, want bij opwinding zal een hond meer hijgen en mogelijk ook meer blaffen. Hierdoor gaat de keel kriebelen, waardoor de hond nog meer zal hoesten en de keel nog meer geïrriteerd raakt. Het herstel duurt dan alleen maar langer.
Een ander aandachtspunt is als de hond een halsband draagt tijdens het wandelen aan de riem. Als de hond trekt, ontstaat er druk op de keel, waardoor de irritatie in de keel verergerd. Het is daarom beter om de hond met een borsttuig te laten lopen, zodat de keel niet belast wordt.
Bij sommige honden blijft de kennelhoest langere tijd aanwezig, of een hond voelt zich duidelijk niet goed. Bij een hond die veel hoest is het verstandig om langs de dierenarts te gaan. De meeste dierenartsen schrijven een middel voor die de keel wat rust geeft, een soort hoestsiroop voor honden. De hoestsiroop voor honden is vergelijkbaar met een hoestdrankje voor mensen.
In wat ernstigere gevallen als de hond heel verkouden is, of de hond hoest veel, dan kan de dierenarts ook antibiotica voorschrijven. Meestal is de Bordetella bronchosepticabacterie de veroorzaker van de infectie, dan heeft de antibiotica een goed effect. Als de infectie niet ontstaan is door een bacterie maar door een virus, kan de antibiotica nog steeds een effect hebben. Dit komt omdat het Para-influenza virus of de Bordetella bronchosepticabacterie de epitheellaag in cellen aantast. Hierdoor ontstaat er een voedingsbodem voor andere bacteriën die weer een ontsteking kunnen veroorzaken.
Honden die veel sloomheid laten zien en geen eetlust hebben, worden vaak om die reden met antibiotica behandeld.
In principe heeft een gezonde hond met een goede weerstand minder kans om kennelhoest te krijgen. Maar als je weet dat je hond naar een omgeving gaat waar de kans op besmetting groter is dan is het aan te raden om voor die tijd zijn weerstand te ondersteunen of te verbeteren. Dit kan helpen om de kans op besmetting te verkleinen. Manier om zijn immuunsysteem te versterken zijn:
- Geef hem Probiotica voor een goede darmflora
- Omega-3 olie met een hoog gehalte aan EPA en DHA – vetzuren ondersteunt het immuunsysteem.
- Echinacea purpurea (Rode zonnehoed)
- Hydrastis canadensis (Canadese geelwortel)
- Uncaria tomentosa (Kattenklauw)
- Solidago Vigaurea (Echte guldenroede)
- Multivitaminen en mineralen ondersteunen de algemene weerstand.
Met dank aan NMLHealth.
Vaccinatie tegen kennelhoest
Wanneer je hond regelmatig in contact komt met andere honden, bijvoorbeeld tijdens het wandelen of hij gaat naar een dagopvang, hondenschool of kennel, dan is het verstandig om je hond te laten vaccineren tegen kennelhoest. Veel pensions of kennels accepteren geen honden die niet zijn ingeënt tegen kennelhoest. Een hond die gevaccineerd is tegen kennelhoest loopt nog steeds een risico om de infectie te krijgen, alleen is deze kans kleiner. Als de hond toch geïnfecteerd raakt, zijn de klachten vaak een stuk milder, de hond hoest nauwelijks.
Er zijn twee soorten vaccinaties:
De enting via de neus:
- Het voordeel van de neusenting is dat de vaccinatie direct werkt;
- Een nadeel is dat er een levende entstof wordt toegediend en dat de hond andere honden de eerste dagen na de enting kan besmetten.
Een onderhuidse enting:
- Bij de onderhuidse enting worden er twee injecties toegediend, met een tussenliggende tijd van drie weken;
- Het duurt dus langer voordat de enting volledig werkt.
Veel mensen kiezen er tegenwoordig voor om hun hond niet te laten inenten tegen kennelhoest, omdat de hond nog steeds kans loopt om het te krijgen. Een vaccinatie is immers een aanslag op het immuunsysteem en er kunnen bijwerkingen zijn. Dat weegt voor hondeneigenaren soms niet op tegen de voordelen van de enting. Alleen heb je verder weinig keus als je hond naar een pension of hondenschool moet. Die verplichten een inenting.