Labradoodle verzorging: hoe moet je een Australian Labradoodle knippen?
Een Australian Labradoodle heeft een prettige vacht. Of het nou een fleecevacht of wolvacht is, je zal het altijd moeten verzorgen en knippen. Anders ziet je Australian Labradoodle er straks minder mooi uit. In dit artikel leggen we je uit hoe je de hond moet knippen.
Het haar in het gezicht van de Australian Labradoodle groeit heel snel. Het is voor jou en de hond prettig om de ogen vrij te houden. Om het gezicht van de hond te knippen trek je een denkbeeldige lijn van de ene ooghoek naar de andere. Je kamt het haar vervolgens omlaag en knipt het af. Zo houd je de ogen vrij.
Ook de baard en de snor moeten goed worden bijgehouden en kort geknipt worden. Dan blijft er ook niet veel viezigheid rond de bek hangen. Wel moet je de kop rond knippen. Het haar onder de hangende oren moet lekker kort gehouden worden, zo krijgen klitten op deze plek minder kans en krijgen de oren bij beweging frisse lucht.
Het knippen van de poten is prettig omdat de Australian Labradoodle niet verhaart, maar wel vuil mee naar binnen neemt. Knip het overhangende haar van de poten weg, maar zorg dat de tenen niet zichtbaar zijn. Tussen de kussentjes kan je met een klein schaartje het haar lekker kort houden.
Verder is het handig om de buik heel kort te knippen, zodat daar niet te veel vuil blijft hangen. Zodoende zal het ook minder klitten. Wees wel zorgvuldig met knippen en zorg ervoor dat de kale buik niet te zien is als de hond gaat zitten.
Houd de vacht ook goed kort rond de anus en het staatinplant. Zo kan er geen poep aan de haren blijven hangen en zorgt het voor een frisser effect. Als je dit niet bijhoudt dan zal de Australian Labradoodle moeite krijgen met z’n behoefte te doen. Door dichtgeplakt haar zit er dan een soort zegel op de anus en is de uitgang afgesloten.