Wandelen met je Labradoodle zou een ontspannen en plezierige activiteit moeten zijn, maar voor veel baasjes is dat niet altijd het geval. Misschien trekt je hond aan de lijn, springt hij naar andere honden of raakt hij snel afgeleid door alles om zich heen. Dit kan wandelingen stressvol maken in plaats van een rustmoment voor jou en je hond.
Gelukkig zijn er manieren om wandelingen met je Labradoodle leuk en ontspannen te maken. Met de juiste training en aanpak kan je hond leren om rustig naast je te lopen en zich goed te gedragen, ongeacht de omgeving. In dit artikel lees je hoe je dat aanpakt.
Waarom gaat wandelen soms mis?
Voordat we ingaan op oplossingen, is het goed om te begrijpen waarom sommige Labradoodles lastig zijn aan de lijn. Dit zijn de meest voorkomende redenen:
- Te veel opwinding: Labradoodles zijn energiek en kunnen overenthousiast raken zodra ze naar buiten mogen.
- Onvoldoende training: Als een hond nooit heeft geleerd hoe hij moet wandelen, doet hij wat hem natuurlijk lijkt: trekken en snuffelen.
- Afleidingen in de omgeving: Andere honden, geuren en mensen kunnen interessanter zijn dan jij.
- Inconsistentie van de eigenaar: Als de ene keer trekken beloond wordt met vooruitgang en de andere keer niet, raakt je hond in de war.
- Als pup het verkeerde geleerd: Als je je pup nooit hebt geleerd om goed aan de riem te lopen of te luisteren, dan wordt het later een vervelende hond. Dan heeft je hond als pup geleerd om de route te bepalen. Niet jij.
- Een correctie aan de riem wordt door sommige honden juist als een ondersteuning ervaren. Het trekken aan de riem gaat vaak gepaard met een hoop spanning aan de riem, dus die extra ruk hoort er volgens deze honden bij.
- Schelden, boos worden en gillen: Sommige baasjes gaan uit frustratie en onmacht schelden of worden gespannen. Ook dat merkt de hond en hij zal proberen zo ver mogelijk bij je vandaan te lopen.
Hoe leer je je Labradoodle rustig wandelen?
1. Begin met een rustige mindset
Zorg ervoor dat je hond niet te opgewonden is voordat jullie naar buiten gaan. Laat hem bijvoorbeeld eerst even zitten en wachten voor je de lijn omdoet. Pas als hij kalm is, ga je op pad. Alles begint sowieso met rust en volhouden. Zorg voor rust in jezelf en in jouw aanpak. Ook gaat het om belonen van goed gedrag.
2. De juiste uitrusting
Gebruik een goed passend harnas of een comfortabele riem. Een anti-trektuig kan tijdelijk helpen, maar training blijft het belangrijkste.
3. Beloon gewenst gedrag
Geef je hond een beloning (een brokje of een compliment) zodra hij rustig naast je loopt. Zo leert hij dat goed gedrag iets oplevert.
4. Stoppen bij trekken
Trek nooit terug als je hond trekt! Stop gewoon met lopen en wacht tot hij ontspant. Pas als de riem los hangt, loop je verder. Zo leert hij dat trekken niet werkt.
5. Wandel in verschillende omgevingen
Train niet alleen in rustige gebieden, maar bouw langzaam op naar drukkere plekken. Zo leert je hond omgaan met afleidingen.
6. Bied een stukje uitdaging
Naast fysieke beweging hebben Labradoodles ook mentale stimulatie nodig om zich voldaan te voelen. Enkele manieren om dit in je wandelingen te verwerken:
- Snuffelwandelingen: Laat je hond regelmatig snuffelen. Dit is voor honden de manier om informatie te verwerken en kan helpen om ze rustiger te maken.
- Zoekspelletjes: Verstop onderweg een brokje en laat je hond het zoeken. Dit maakt de wandeling uitdagender en stimuleert zijn neuswerk.
- Commando’s integreren: Oefen onderweg gehoorzaamheidsoefeningen zoals ‘zit’, ‘blijf’ en ‘kom hier’. Dit houdt je hond mentaal bezig en versterkt jullie band.
Jouw lichaamstaal
Honden reageren sterk op de energie en lichaamstaal van hun eigenaar. Loop zelf rustig en zelfverzekerd: Als jij gespannen loopt, voelt je hond dat. Ontspan je schouders en adem diep in en uit.
Gebruik korte, duidelijke signalen: Een Labradoodle kan verward raken als je te veel verschillende commando’s gebruikt. Houd het simpel. Loop met een doel: Als je zelf een duidelijke richting en tempo aanhoudt, zal je hond sneller geneigd zijn om jou te volgen in plaats van zelf de leiding te nemen.
Wat als je hond blijft trekken?
Sommige Labradoodle exemplaren zijn gewoon hardleers. Soms blijft een hond trekken, ondanks training. In dat geval kun je het volgende proberen.
‘Be a tree’-methode: Blijf stilstaan als je hond trekt. Pas als hij ontspant en naar jou kijkt, loop je verder. Dit leert hem dat trekken niet werkt. Richting veranderen: Maak plots een bocht of draai om als je hond begint te trekken. Zo leert hij dat hij op jou moet letten.
En geduld, geduld, geduld … Verwacht niet dat je Labradoodle na één wandeling perfect loopt. Train elke dag kort en beloon goed gedrag.
Een wandeling moet leuk zijn
Een wandeling is niet alleen beweging, maar ook mentale stimulatie. Laat je Labradoodle snuffelen, doe zoekspelletjes en wissel eens van route. Zo blijft het wandelen boeiend en leuk voor jullie allebei.
Met geduld en training kan wandelen een fijne activiteit worden, zonder frustratie of getrek. Geef je hond de juiste begeleiding, dan wordt elke wandeling een plezier voor jullie beiden!
Door bovenstaande tips toe te passen en consequent te blijven in je training, kun je wandelingen omtoveren tot een ontspannen en plezierige activiteit voor zowel jou als je Labradoodle. Met geduld, duidelijke communicatie en de juiste mindset wordt wandelen niet alleen fijner, maar versterkt het ook jullie band!
Gratis voorproefje van het Hondenprotocol
Download een gratis exemplaar van het populaire e-book Het Hondenprotocol. Krijg een inkijk en voorproefje van deze succesvolle methode van Gerrit. Met de tips uit dit gratis exemplaar begin je vandaag nog met de eerste stap naar beter gedrag van jouw hond.
Van basis tot gevorderd: Gerrit’s methode omvat alles, van de basiscommando’s tot meer gevorderde gehoorzaamheidstraining. Meer dan 3.000+ tevreden hondeneigenaren gingen je voor!
